Het oude Bergklooster is een klassieke dodenakker. De overwegend sobere graven liggen in zeven grasakkers waar geasfalteerde- en graspaden doorheen lopen. Het terrein is open en omzoomd door bomenrijen van linden, beuken en eiken. De grootste akker is het oudste gedeelte, deels 19e en begin 20e eeuw. Dit is het gedeelte waar nog volop kloosterpuin gedolven wordt en waar de oudste zerk van Jan Mulert ligt.

Om de authentieke sfeer te behouden passen de nieuw te plaatsen grafmonumenten zich aan de oude. Kenmerkend zijn de voornamelijk symmetrische vormen van ongepolijste steen. Volgens oud Christelijk gebruik liggen de graven op dit deel en het recenter in gebruik genomen 7 e deel op het oosten georiƫnteerd. De akkers die vanaf 1940 in gebruik zijn genomen zijn noord -zuid gelegen. Verspreid over de hele begraafplaats zijn oude graven, waarvan afstand is gedaan, weer beschikbaar. Deze kunnen opnieuw worden uitgegeven.